Biologische bestrijding bladluis: twee nieuwe kandidaten

De preventieve inzet en het in stand houden van populaties natuurlijke vijanden is in veel teelten in de glastuinbouw de belangrijkste pijler in een weerbaar teeltsysteem. Biologische bestrijding verschuift richting een ecosysteem dat idealiter zelfregulerend en in staat is om opkomende plagen snel te onderdrukken. In de praktijk zijn dit soort ecosystemen met biologische bestrijders nog niet robuust.

Het vier jaar durende project 'Stabiele ecosystemen voor beheersing van opkomende plagen in kassen', onder het programma Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid, is recent afgerond. In dit project is gekeken of de huidige strategieën voor biologische bestrijding van bladluis versterkt kunnen worden met preventieve inzet van aanvullende biologische bestrijders. De belangrijkste conclusies zijn:

Paprika

De bestrijding van perzikluis (Myzus persicae) in paprika door twee soorten, het driehoekkapoentje (Scymnus interruptus) en het bont gaasvliegje (Micromus variegatus) is uitgebreid onderzocht:

• Bij preventieve inzet waren deze soorten erg succesvol bij de bestrijding van bladluis.
• De galmug (Aphidoletes aphidimyza) is zeer geschikt als aanvullende natuurlijke vijand.
• Het aanbieden van schuildoosjes verbetert preventieve vestiging van het driehoekkapoentje.
• De combinatie van S. interruptus met O. laevigatus bestrijdt bladluis beter.

Komkommer

In komkommer is vooral gekeken naar de mogelijkheden voor snelle detectie van beginnende haarden van katoenluis (Aphis gossypii) met natuurlijke vijanden:

• Sluipwespen en bladluispredatoren bestrijden kleine bladluishaarden preventief.
• Het samen inzetten van A. colemani en A. matricariae is een goede strategie.
• De levensduur van sluipwespen kan verlengd worden door het aanbieden van suikers.
• De galmug A. aphidimyza is zeer geschikt om grotere bladhuishaarden op te sporen.
• De gaasvlieg M. variegatus is interessant om naast sluipwespen en galmuggen preventief in te zetten.

Roos

Een reeks van bestaande en nieuwe natuurlijke vijanden is in het onderzoek getest voor bestrijding van de aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae) in rozen:

• De sluipwespen Praon volucre en Aphelinus abdominalis zijn veel betere kandidaten dan de vaak geadviseerde soort sluipwesp Aphidius ervi.
• Het inzetten van de galmug A. aphidoletes gecombineerd met de sluipwespen P. volucre en A. abdominalis is een goede basisstrategie.

Er zijn diverse projecten die mogelijk ook een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van het knelpunt bladluis. Het project ‘Jaarrond biologische bestrijding’ en het project ‘Effecten van nutriënten op ziekten en plagen’.

Dit onderzoek werd uitgevoerd door Wageningen University & Research en mede gefinancierd door Stichting Kennis in je Kas en het ministerie van LVVN (via de topsector T&U).